Met ruim drie miljoen inwoners is Izmir de derde grootste stad van Turkije. Vermoedelijk ontstond de stad zowat vierduizend jaar geleden. Alexander de Grote verplaatste de stad, die toen Smyrna heette, een eind hoger op de berg. De hoofdstraten werden aangelegd volgens een oost-west patroon zodat de bewoners optimaal konden genieten van de verfrissende zeewind. Later viel het huidige Izmir onder meer in handen van de Seldjoeken, de kruisvaarders, de Genuezen en in de 20ste eeuw zelfs nog de Grieken. Izmir is nog steeds een ontmoetingsplaats tussen Oost en West.
Omdat de huidige stad op dezelfde plaats ligt als de antieke bleven niet veel historische gebouwen bewaard. De agora van het voormalige Smyrna is het voornaamste bewaard gebleven complex en dateert uit de 2de eeuw. Meer archeologische vondsten zijn te bewonderen in het Archeologisch Museum in het Bahri Baba Park.
Een belangrijk monument voor de Turken is een spoorwegwagon die in het station van Alsancak staat: daarmee reisde Kemal Atatürk in de twintiger en dertiger jaren van vorige eeuw door het hele land. Eveneens belangrijk voor de lokale bevolking is het “Kültürpark”, waar nauwelijks cultuur te vinden is maar wel heel veel eten en drinken. De schaduwrijke bomen maken het park aantrekkelijk, maar de betonnen ondergrond doet daar weer afbraak aan. Aantrekkelijker is de Kordon, een kilometerslange promenade met palmbomen en veel cafés en restaurants.
Een leuke plaats om rond te dwalen is de bazaar in de wijk Kemeralti. De bazaar is wellicht modern van opbouw maar levert toch een kleurrijk spektakel op. Onderdeel van die bazaar is de Kizlaragäsi Han, een herberg uit de 18de eeuw. Ook leuk, maar van een andere aard, zijn de warmwaterbronnen van Balçova. De beide bronnen leveren water bij temperaturen tussen 60 en 80°C. Volgens de overlevering zou Agamemnon hier hersteld zijn van zijn verwondingen uit de Trojaanse oorlog.